Ontruimingslicht

Het is niet toegestaan de inhoud van deze pagina te gebruiken voor consultancy, advies, opleiding, (RAW)-bestekken, uitvoering of op welke andere manier dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.
Inleiding

Ik heb voor de CVN (Contact­groep van Verkeers­regel­technici in Neder­land) een idee ingebracht om met zogenaamde Ontruimings­lichten te gaan werken. Dat zijn verkeers­lichten die slechts de kleuren groen en geel kennen, beide voorzien van een pijl­sjabloon.

In Hapert (kruispunt N284 - Oude Provinciale weg - Castersedijk) (Streetview) is een instal­latie met een ontruimings­licht op een provin­ciale weg uit­gevoerd. Ook in Venlo (Krefeldse­weg) (Streetview) zijn deze lichten toegepast.

Waarom een ontruimings­licht

Bij een verkeers­regel­installatie kan het wel eens gewenst zijn dat het verkeer vanaf een zij­richting gelijk­tijdig groen krijgt met het tegemoet­komend verkeer. Dit is juridisch toe­gestaan, dit is een zo­genaamd deel­conflict. Het toe­staan van dit deel­conflict is met name handig als er weinig capa­citeit in de regeling is om de luxe van het uit-elkaar-trekken van de twee tegen­over elkaar gelegen zij­richtingen (meestal 5 en 11) te ver­oorloven. Het gelijk­tijdig groen geven van deze twee rich­tingen heeft als bij­komend nadelig effect dat na een begin­fase met groen voor beide rich­tingen, een van beide rich­tingen naar geel en naar rood wordt gestuurd, maar dat weten de auto­mobilisten die nog wel groen hebben niet. Zij wachten dan op naderend verkeer, niet wetende dat dit al rood heeft en dus voor de stop­streep gaat stoppen. Hier­door gaat capa­citeit in de regeling verloren. Het ontruimings­licht geeft het verkeer dat al op het kruispunt­vlak is op­gereden extra infor­matie over de mogelijk­heid om vrij door te kunnen rijden. Het ontruimigs­licht wordt geplaatst aan de overkant van het kruis­punt. Het is eigen­lijk een uit­breiding op het waarschuwings­knipper­licht voor een deel­conflict.

Werking van een ontruimings­licht

Beide tegenover elkaar liggende zij­richtingen (5 en 11) starten gelijk­tijdig in het groen. Ter waar­schuwing voor het deel­conflict toont het ontruimings­licht geel-knipperen. Zodra het verkeer op één van beide rich­tingen is weg­gereden, wordt die richting via geel naar rood gestuurd. Na een korte ontruimings­tijd gaat het ontruimings­licht over van geel-knipperen op groen (niet knipperend). Dat is het signaal dat automo­bilisten weten dat zij door kunnen rijden, zonder nog voor­rang aan eventueel nieuw tegemoet­komende verkeer te moeten verlenen.

Voorbeeld 1:  algemene kennismaking
wmv-filmpje voor Windows Media Player. (1.9 MB)
Klik op de foto

Let u op het licht aan de over­zijde van het kruis­punt in relatie tot het verkeers­licht vooraan.

Het licht op de voor­grond gaat gelijk­tijdig naar groen als het licht aan de over­kant van de weg (dat kunt u zien aan de hand van de reactie van de voorste auto­mobilist en de brom­fietser). Voor het verkeer dat vanuit de kijk­richting links­af rijdt is het geel-knipperende signaal een attentie­signaal: “let op: u moet voor­rang verlenen aan het tegemoet­komende verkeer.”

Zodra het tegemoet­komende verkeer is weg­gereden gaat dat verkeers­licht naar rood, even­tuele laat­komers moeten dus stoppen. Onder­wijl kan ons linksaf­slaande verkeer nor­maal door­rijden. Zodra er geen tegemoet­komend verkeer meer in het conflict­vlak aan­wezig is, dan gaat het ontruimings­licht over van geel-knipperen op groen. Vanaf dat moment mag het verkeer aan­nemen dat het conflict­vrij linksaf kan slaan.

Wanneer ook het verkeers­licht aan deze zijde van de weg naar rood gaat, dooft het ontruimings­licht.

Voorbeeld 2:  effectieve situatie met groen
wmv-filmpje voor Windows Media Player. (3.4 MB)
Klik op de foto

In deze situatie toont het ontruimings­licht de volgorde:
GEDOOFD  GEEL-KNIPPEREN  GROEN  GEDOOFD

U ziet dat de laat aan­komende rode auto voor rood licht stopt. Juist op dat moment komt er van rechts in beeld een grijs-blauwe Citroën BX aan. Het ontruimings­licht toont inmiddels groen licht en geeft daarmee aan deze bestuurder extra informatie om gerust door te rijden.

Let u er vooral op hoe de grijze Citroën BX reageert op de rode auto die aan komt rijden: dank zij de groene pijl is de bestuurder bekend met het feit dat hij de rode auto geen voor­rang hoeft te verlenen, en hij zal dus snel door kunnen rijden. U ziet het verkeer dat links­af slaat goed door blijven rijden.

Welis­waar ziet u op dit filmpje dat de groene pijl pas dooft wanneer het hoofd­licht op rood gaat en dus niet iets eerder al tijdens het geel. In mijn persoon­lijke beleving zou het beter zijn indien het ontruimings­licht tijdens geel van het hoofd­licht ook geel toont, of anders dooft (zoals dat in Duits­land het geval is), maar het lijkt mij niet juist om een groene pijl te tonen terwijl het hoofd­licht al geel licht toont, hetgeen immers betekent: “stoppen; indien dat on­mogelijk is: door­rijden”, maar in principe dus wel stoppen! Een groene pijl lokt dan uit om bij geel door te rijden.

Voorbeeld 3:  situatie zonder voordeel
wmv-filmpje voor Windows Media Player. (1.7 MB)
Klik op de foto

In deze situatie toont het ontruimings­licht de volgorde:
GEDOOFD  GEEL-KNIPPEREN  GEDOOFD

In dit geval doet zich niet de situatie voor dat het verkeer aan de over­kant al weg is terwijl er nog steeds linksaf­slaande voer­tuigen vanaf onze kant komen. Zij zullen dus de gehele groen­fase voor­rang moeten blijven ver­lenen aan het verkeer vanaf de over­zijde. Er is in deze toe­vallige situatie geen capaciteits­winst te behalen met het ontruimings­licht. De gele pijl blijft knipperen totdat het hoofd­licht naar rood is gegaan.

Situatieschets

Bij het hier geschetste kruispunt is het ontruimings­licht de twee­lichter met een  groene  en  gele , naar links gerichte pijl. Dit licht is geplaatst in het zicht van signaal­groep 11, aan de overkant van het kruis­punt.

Normaal gesproken moet het links­af­slaande verkeer vanaf signaal­groep 11 (zie rode rijlijn) voorrang geven aan het tegemoet­komende verkeer van 5 (groene pijlen).

Voorkomende signaalvolgorde

In de volgende figuren ziet u de verschijnings­vormen van het ontruimings­signaal. De legenda luidt:


In de eerste situatie (1a) wordt alleen signaalgroep 5 groen, 11 blijft rood. In dat geval zal het ontruimings­licht geen beelden tonen: het blijft gedoofd:


In deze variant (1b) op de vorige beschrijving is de situatie precies andersom: signaal­groep 5 blijft nu rood terwijl 11 groen wordt. Dankzij het groen worden van het ontruimings­licht weten de links­af­slaande bestuurders dat zij geen voor­rang hoeven te verlenen aan eventueel tegemoet­komend verkeer:


In de tweede situatie (2a) tonen beide signaal­groepen op hetzelfde moment groen en ze worden ook gelijk­tijdig geel en rood. Het ontruimings­licht waarschuwt de links­af­slaande bestuurders tijdens het gehele groen en geel voor het deel­conflict met het tegemoet­komende verkeer:


In een variant hierop (2b) heeft signaal­groep 5 eerder geel en rood. Echter de “fictieve” ontruimings­tijd van 5 naar 11 (zie de blauwe pijl) is langer dan de resterende groen- en geeltijd van 11. Hierdoor zal het ontruimings­licht tijdens de gehele groen- en geeltijd van 11 blijven geel-knipperen om te waarschuwen voor het deel­conflict met het tegemoet­komende verkeer:


In de volgende variant hierop (2c) heeft signaal­groep 5 langer groen dan 11. Hierdoor zal het ontruimings­licht gedurende de gehele groen- en geeltijd van 11 blijven knipperen. Zodra 11 rood licht heeft moet het ontruimings­licht doven, om geen roodlicht­overtredingen uit te lokken:


In de derde situatie (3a) komt het ontruimings­licht volledig tot zijn recht. Hier worden beide signaal­groepen 5 en 11 groen, maar gaat al eerder 5 naar geel en naar rood. Na de “fictieve” ontruimings­tijd (zie de blauwe pijl) is er voor de links­affers op 11 geen tegemoet­komend verkeer van 5 meer. Daarom gaat het ontruimings­licht over van geel-knipperen naar groen. Vanaf dit moment volgt het ontruimings­licht precies de signalen van het hoofd­licht waar het bij hoort, maar dan met een pijl­sjabloon, hetgeen aan­geeft dat de afslaande beweging vanaf dat moment dus ook zonder deel­conflict is geregeld. Zodra signaal­groep 11 alsnog naar geel gaat, volgt het ontruimings­licht ook met (vast)geel (dus niet knipperend) waarna het dooft:


In een interessante variant (3b) op deze situatie volgt het geel en rood van 11 iets eerder dan in de voor­gaande situatie. Hierdoor valt het einde van de “fictieve” ontruimings­tijd in het geel van 11 (zie de blauwe pijl). Om een verwarrende over­gang in het ontruimings­licht van geel-knipperen naar (vast)geel te voor­komen, zal het ontruimings­licht blijven knipperen, ook al hoeft het links­af­slaande verkeer op 11 geen tegemoet­komend verkeer van 5 meer te verwachten:


De conclusie is gerechtvaardigd dat het ontruimings­licht zich gemakkelijk schikt in welke fase­volgorde of tijds­duur dan ook.

Ontruimingstijden

Om het moment te bepalen waarop de over­gang van geel-knipperen naar groen mag plaats­hebben (en eventueel ook die van geel-knipperen naar gedoofd), wordt hier gesproken over “fictieve ontruimings­tijden”. Daarmee bedoel ik ontruimings­tijden zoals die zouden gelden indien de twee betreffende signaal­groepen niet als een deel­conflict maar als een volledig conflict zouden worden behandeld. Bij de berekening daar­van spelen wel enkele bij­zondere factoren een rol waar de normale methode voor de berekening van ontruimings­tijden geen rekening mee houdt. Denk daarbij aan de oprij­snelheid, de berekening van de afstand tot het conflict­punt voor het verkeer dat zich heeft opgesteld OP het kruisings­vlak, de ontruimings­snelheid van datzelfde verkeer, enzo­voorts. Wilt u hier meer over weten, dan kunt u contact opnemen per e–mail of telefonisch. Hier is namelijk nogal wat meer over te vertellen dan wat ik op deze webpage publiceer.

Signaal­bewaking

Het inrichten van de signaal­bewaking (ook wel “conflict­monitor”) behoeft wel enige bij­zondere aan­dacht. Het ontruimings­licht is in feite een combi­natie van een geel-knipperende waarschuwings­pijl en een groen verkeers­licht mét een pijl­sjabloon. Deze combinatie is in de Nederlandse praktijk nog niet erg gebruikelijk maar daarmee beslist niet onmogelijk, getuige de genoemde praktijk­voorbeelden op deze webpage. Juist het groene pijl­sjabloon duidt op een gegarandeerd conflict­vrije door­gang. Hierom moet het ontruimings­licht zijn op­genomen in de signaal­bewaking en is bij het specifi­ceren, pro­grammeren en testen ervan grote zorg­vuldigheid vereist. Heeft u vragen over de signaal­bewaking, dan kunt u uiteraard vrij­blijvend contact opnemen voor een beschrijving voor de signaal­bewaking.

(RAW)-bestekstekst

In de RAW-systematiek bestaat nog geen besteks­tekst voor het ontruimings­licht. Daarom heb ik een “RAW-like” besteks­post omschreven die gebruikt kan worden om het ontruimings­licht in (RAW)-bestekken op te nemen. Alle boven­omschreven aspecten komen daarin aan de orde, waaronder de beschrijving van de eisen die aan de signaal­bewaking moeten worden gesteld, uiteraard een belangrijk onderdeel vormt. U kunt hiervoor contact opnemen per e–mail of telefonisch.

Buitenland

In België kent men deze lichten ook. Daar komen ze voor als een kruisje dat de stand van het verkeerslicht van de tegenrichting verklikt:

En ook in Duitsland komt het licht veelvuldig voor (“Richtungspfeil”):

Reageren?

© Thu 28-Sep-2023 T10:28:42, Hans van Meurs (www.HansVanMeurs.eu)