13.MEI.2011/HvM (rev. 29.MEI.2011/HvM)
Meestal komt het pas na de zomervakantie,
maar hier is weer de jaarlijks terugkerende discussie:
Heel lang geleden heb ik de kwestie van het extra rood+geel al uitgezocht (verkeerskundigen spreken nooit van ‘oranje’). In veel landen komt de fase rood+geel vóór het groen. In de praktijk blijkt het geen verschil te maken of je het toepast of niet. Waarom niet?
Werking van het nieuwe licht, |
Kleur In het artikel is sprake van een nieuwe geelfase, niet van de fase rood+geel gelijktijdig brandend, zoals dat in het buitenland gebruikelijk is. Om het niet te verwarren met de geelfase die ná het groen optreedt, spreek ik onderstaand van “rood+geel” in plaats van “geel”, ook al spreekt Aptroot uitsluitend over “geel” (“oranje”). Uit zijn verwijzing naar Duitsland leid ik af dat hij bedoelt rood+geel gelijktijdig brandend. |
||
![]() (maar hij bedoelt waarschijnlijk de buitenlandse kleurencombinaties, |
Juridisch Het artikel maakt duidelijk dat de nieuwe geelfase nog in de ontruimingsfase van het rode licht zou zijn bedoeld. De fase rood+geel betekent juridisch dat je je erop moet voorbereiden dat het groene licht binnenkort verschijnt, maar tijdens het rood+geel mag je nog niet optrekken! |
Vergelijking Nederlandse situatie met buitenland: |
|
Observaties Ook ik kom geregeld in Duitsland (en in andere landen die de fase rood+geel kennen). Vanwege mijn vak kijk ik met een geoefend oog en op een andere manier naar het gedrag van weggebruikers bij verkeerslichten. Ik kan het aanraden om ook eens een half uur bij een kruispunt te observeren hoe mensen reageren op het rode+gele verkeerslicht. In de praktijk blijken namelijk veel weggebruikers al op te trekken tijdens de fase rood+geel. Effectief wordt dan de fase rood+geel bij het groen opgeteld. Dat betekent dat de ontruimingstijd al moet zijn verstreken vóórdat de het licht rood+geel wordt, want anders trekken weggebruikers al op terwijl het kruispunt voor hen nog niet is ontruimd. Dus op het moment dat wij in Nederland de groenfase al tonen, wordt in het buitenland eerst nog even de fase rood+geel getoond. |
![]() Normale werking Nederland |
![]() Gelijktijdige signalen buitenland |
|
Verliestijd Doordat je tijdens rood+geel nog niet mag optrekken (en in het voorstel van Aptroot lees ik niet dat dit anders zou moeten), zijn er ook nog veel weggebruikers die dan nog gewoon blijven wachten tot het groen wordt, ook al is de ontruimingstijd inmiddels verstreken, zoals uit de vorige paragraaf blijkt! Kortom: de fase rood+geel is uitsluitend verliestijd! En dat betekent dat de doorstroming van het verkeer in principe slechter wordt door de introductie van een fase rood+geel. |
Buitenland
Dit effect is in het buitenland natuurlijk ook gezien. Dat was dan ook de reden waarom in vrijwel alle Duitse steden de fase rood+geel is ingekort tot maximaal 1 seconde, om het verlies zo beperkt mogelijk te houden. Doordat wij bij de effectieve groentijd altijd met een seconde reactietijd rekenen, is het verschil tussen de verkeerslichten mét en zónder fase rood+geel nihil:
Er is geen effectief verschil tussen beide situaties!
Rijles
Het argument dat je tijdens het rood+geel al de eerste versnelling zou kunnen inschakelen en daardoor bij groen licht eerder weg bent is onjuist: iedereen leert tijdens de rijlessen dat tijdens het wachten voor rood de eerste versnelling al ingeschakeld dient te zijn.
Verkeersveiligheid Over de verkeersveiligheid rept het artikel niet. In het voorstel gaat Aptroot niet uit van de fase rood+geel, maar uitsluitend van geel (‘oranje’). Hoewel ik vermoed dat Aptroot bedóelt rood PLUS geel, toch even hier over het weglaten van het rode licht tijdens het geel-voor-groen. Het betekent dat een automobilist die komt aanrijden en tijdens de geelfase voor het eerst naar de toestand van het verkeerslicht kijkt, niet direct weet of het verkeerslicht naar groen of naar rood gaat. Daarvoor zal hij enkele seconden moeten wachten en is hij onderwijl al het kruispunt dicht genaderd, voordat duidelijk is welk gedrag van hem tijdens het geel werd verlangd: doorrijden of stoppen. Het behoeft geen betoog dat deze twijfel zeer schadelijk is voor de verkeersveiligheid! Het is hierom dat in het buitenland tijdens de overgang van rood naar groen (in Duitsland spreekt de RiLSA van “Anwurf”) het rode licht erbij blijft branden: dus rood+geel. Ook om nog eens te benadrukken dat het niet de bedoeling is om tijdens deze fase alvast op te trekken! Vliegende start |
Niet echt eenvoudig Aptroot zegt dat het een eenvoudige oplossing is. Dat is nog maar de vraag: ♦ Een voorafgaand veiligheidsonderzoek zal deze procedure niet misstaan. De uren van de werknemers in de industrie én die van de ambtenaren van de wegbeheerders (met name het rijk, de provincies, en de gemeentes) moeten bij de kosten worden opgeteld. Het zijn allemaal uren waarin zij heel veel nuttigere zaken zouden kunnen doen! |
Investering
Bovenstaande in beschouwing nemend, lijkt mij het introduceren van de fase rood+geel volstrekt overbodig en eerder averechts werken. De kosten voor het ombouwen van alle Nederlandse verkeerslichten schat ik op zo’n 60 tot 80 miljoen euro. Een investering die mijns inziens volstrekt weggegooid geld zal zijn.
Rood+geel: zéker niet in Nederland Er is nog een argument om het rood+geel in Nederland niet te gebruiken. Een groot verschil tussen de verkeersregelingen in Nederland en die in het buitenland, is de opdeling in exclusief geregelde rijrichtingen. In Nederland zijn op het overgrote deel van de geregelde kruispunten voor elke rijrichting aparte opstelstroken aangelegd die tevens apart worden geregeld. Dit gebeurt met pijllichten en voor de rechtdoorgaande richting meestal een volle lens. Door deze opdeling zijn er per naderingsrichting drie signaalgroepen zichtbaar, met per signaalgroep ook nog eens meerdere verkeerslantaarns. Daarnaast zijn er ook nog veel separaat geregelde fietsers- en voetgangerslantaarns te zien (en dan ook nog eens getrapt). In het buitenland is dat niet het geval. Daar zijn de meeste verkeersregelingen twee- of hooguit driefaseregelingen waarbij per naderingsrichting slechts één signaalgroep zichtbaar is. Weliswaar heeft die signaalgroep soms meerdere verkeerslantaarns, maar die behoren allemaal tot dezelfde signaalgroep en tonen dus steeds exact dezelfde beelden. In het algemeen geldt: hoe meer signalen zichtbaar zijn maar die niet voor een verkeersdeelnemer zijn bedoeld, des te groter is de kans dat die verkeersdeelnemer per abuis reageert op zo’n signaal (het zogenaamde lokgroen). Maar het gaat daarbij niet alleen maar om het zichtbaar zijn van de signalen, maar vooral om de signaalwisselingen. Want juist die wisselingen trekken de aandacht en verleiden de bestuurder om te reageren, zeker wanneer de signaalwisseling in een ooghoek gebeurt. Met al die afleidende signaalwisselingen zijn de verkeersregelingen in Nederland niet echt geschikt voor het tonen van nog een extra signaal vóór het groen. Immers, de meeste wisselingen zijn voor anderen bedoeld, dus hoe meer signaalwisselingen zichtbaar zijn, des te groter de verwarring. U kent vast wel een groot kruispunt waar u vaak langs rijdt. Stelt u zich eens voor dat u daar voor een rood licht wacht en dat alle andere verkeerslantaarns die u kunt zien kort na elkaar van rood naar rood+geel wisselen, en daarna nog eens naar groen. Terwijl er al zo veel op dat grote kruispunt gebeurt, krijgt u ook nog eens veel signalen te verwerken waarvan u steeds moet beslissen of u moet blijven wachten of mag doorrijden. Geen gemakkelijke opgave. Het wordt een kermis! |
Werkgroep
CROW heeft in 2013 een nieuwe richtlijn ontruimingstijden uitgegeven. In die nieuwe richtlijn zijn de ontruimingstijden verder aangescherpt. Hierdoor zal het verkeer ná het verstrijken van de ontruimingstijden veilig kunnen optrekken en is ook nog de best denkbare doorstroming van het verkeer gegarandeerd. En dus ook zonder een fase rood+geel.
Onderzoek
De heer Aptroot heeft zich met zijn voorstel laten verleiden door het ‘groene gras aan de overkant’. Dat gebeurt wel meer mensen, het zij hem vergeven. Hij had er beter aan gedaan de minister te verzoeken het verkeer in meer algemene zin beter te laten afwikkelen. Dan zou er een onderzoek plaatsvinden waar de meeste winst is te behalen. Daarbij zou het rood+geel niet als effectief, laat staan kostenefficiënt, naar boven zijn gekomen en dan was deze inschattingsfout de heer Aptroot gespaard gebleven. Toch is het goed dat door de publicatie van de hand van de heer Aptroot de discussie nu eens wat serieuzer kon worden gevoerd dan waar het meestal strandt: de borreltafel. Wellicht kunnen we daarmee het dossier over het rood+geel (ofwel ‘oranje voor groen’) voor eens en altijd sluiten. Niet meer over hebben, dus.
Verkeer regelen is een vak. Dat laat je aan de vakman over! |
Tweet |
Lees ook andere reacties op het bericht van Aptroot: